maandag 25 maart 2013

Siem Reap & Phnom Penh


17 t/m 20 maart
Siem Reap & Phnom Penh, Cambodja

Zondagmiddag vlogen we met Cambodja Airlines in een uurtje naar Siem Reap, Cambodja. Daar werden we gehuisvest in een topklasse hotel, behorend tot de World Hotels, Luxury Collection. Dat was wel het laatste dat we in dit verscheurde land verwachtten! In de late jaren ’70 heeft de Rode Kmer hier vreselijk huisgehouden. Van de 7 miljoen inwoners werden er zo’n 3 miljoen op de meest gruwelijke wijze omgebracht en in massagraven gedumpt. Hele families kwamen zo aan hun einde. En waarom? Omdat ze niet voldeden aan het ideaal van de Rode Kmer: een eenheidsworst van eerlijke land- en handarbeiders. Iedereen die een diploma had was de klos en kwam in kampementen terecht vnl. verspreid over Zuid-Cambodja. En dat terwijl Rode Kmer-leider Pol Pot zelf in Parijs had gestudeerd! Zonder een diploma te halen dat wel. Onze Cambodjaanse gids verloor zijn vader en opa tijdens deze traumatische periode. Iedereen in Cambodja mist familieleden en vrienden, al zo’n 35 jaar lang...

Nu oogt Cambodja weer als een vriendelijk koninkrijk waar de ouderwetse veerkracht is teruggekeerd en de wonden deels zijn gelikt. Toeristen zijn meer dan welkom en komen in grote getale, hoofdzakelijk voor een handvol Boeddhistische tempels waarvan Angkor Wat de beroemdste is en letterlijk overspoeld wordt door toeristen. Dit jaar bezochten al 4 miljoen reizigers vanuit alle windstreken deze Unesco World Heritage Site.

Maandag, 18 maart
Tempels: Bayon, Ta Prohm, Banteay Srey, Angkor Wat

 
Vandaag zou het een opwindende, maar loodzware dag worden voor ons groepje van 20 Balmoral reizigers en onze Noorse reisleider Johnny Strand (tourdirector Balmoral). Eén Noorse gast bleef achter op de Balmoral vanwege gezondheidsproblemen. Ook op ons zou een zware wissel worden getrokken door de moordende hitte en het loop- en klimwerk in dc diverse tempelcomplexen daterend uit het Kmer keizerrijk (12de en 13de eeuw).

Via een brug bezaaid met Kmer-bustes maakten we een spectaculair ritje per mini-bus door de zuidpoort van Angkor Thom, de entree tot de laatste stad van het Kmer keizerrijk. 

 
 Hier bezochten we de Bayon tempel, met op het boventerras de beroemde Bayon torens waarin glimlachende gezichten zijn gebeeldhouwd. Binnen en buiten bevond zich een Boedhabeeld waar we een wierookstaafje konden branden, waarna ik een lichtgroen koordje om mijn arm kreeg bevestigd.Een mooie start van deze tempeldag.
 
In de bus reden we voorts langs het indrukwekkende terras der Olifanten, opnieuw een prachtig stukje Kmer-kunst en architectuur aan de stadsgrens van Angkor Thom.

 
Ta Prohm, filmset van o.a. Tomb Raider, is beroemd om de enorme wortels van vijgenbomen die zich door de eeuwen heen ongestoord een weg baanden door het complex en vaak een omhulsel vormen van de bouwstenen uit de 12de en 13de eeuw. Ta Prohm wordt ook wel de oerwoudtempel genoemd en is sinds 1992 een Unesco Heritage Site. Apart van deze tempel en trouwens voor heel Cambodja is de verering van de cobragod Naga. Je denkt soms met leuningen te maken hebben of een makkelijk zitje, maar pas op! Het gaat bijna altijd om het meters lange stenen lijf van de cobragod met ergens ver weg de opgeheven kop van Naga, of zoals bij de entree van Angkor Tom, voorzien van menselijke hoofden en lichamen . “Don’t sit on Naga”, is dan ook een veel voorkomend verbodsbordje! Hij mocht eens gaan bijten, dan ben je nog niet jarig...
 

Na een geweldige lunch in ons luxe Sokha-hotel was de tempel van Bantey Srey aan de beurt (de vrouwentempel). In de Cambodjaanse bloedhitte sleepten we ons naar en door dit kleine complex. Wat mij betreft had dit geruïneerde kleinood geskipt mogen worden. Driftig zwaaiend met mijn Indonesische batikwaaiertje zeeg ik neer onder een schaduwrijke boom, terwijl een bandje van oorlogsslachtoffers ons verblijdde met lokale muziekklanken. 

 
Ton fotografeerde het gezelschap en las op een bordje dat deze mensen invalide waren geraakt door landmijnen - op hun vlucht voor het Vietnamese leger achtergelaten door Rode Kmer soldaten, een spoor van ellende achter zich latend! Bij één van de vele souvenirkramen op het terrein kocht ik twee Cambodjaanse trekpoppen (m/v) in schitterende kledij en twee blouses, terwijl de hele bus op mij wachtte. Begripvol gelukkig! Ook mijn medereizigers  kenden het tijdsprobleem om tussen alle excursies door wat leuke souvenirs te vergaren.

 Angkor Wat is de hoofdattractie waarvoor toeristen graag naar Cambodja komen. Het veelzijdige complex is een uniek en verbazingwekkend voorbeeld vvan spiritualiteit en symmetrie, en wordt gezien als een loflied van toewijding aan God(heden). Velen noemen Angkor Wat: het grootste religieuze bouwwerk ter wereld! Hoewel ik door de hitte al redelijk uitgeput was, verzamelde ik al mijn energie om de tempel te lijf te gaan. Ik propte alleen het hoognodige in mijn kleine tasje, voor zo min mogelijk ballast. Helaas was de zonnigblauwe lucht veranderd in een wolkengrijze hemel waardoor het zwarte (mos)gesteente van veraf wat aan magie verliest, maar niet getreurd: over tot de aanval! In plaats van haantje de voorste te zijn drentelde Ton nu tientallen meters achter mij en haalde nauwelijks het einde van Naga, de ellenlange entree en exit van menige Cambodjaanse tempel. Ton bleek zich niet goed te voelen en kon/wilde niet verder met het tempelbezoek. Liever wilde hij op ons wachten op de rode plastic stoeltjes onder een bomenrij, ons door de gids aangewezen als verzamelplaats. Wat nu? Zou ik met hem meegaan? “Nee”, besloot ik. Dit was de hoofdmoot van ons bezoek en iemand moest toch verdorie die foto’s maken daarbinnen! Dus gewoon doorzetten, Wijda, trappetje op en trappetje af tot je er bij neervalt. Een medereizigster met wandelstok had een zelfde besluit genomen en we liepen een eindje op. 

 Daarna ging ik mijn eigen weg, mee met de flow, vaak de groepsdrukte ontwijkend door een verlaten zijgangetje in te slaan. Soms stond ik alleen op een binnenplaats, soms maar met een handjevol mensen. Toch zocht ik ook wel weer de drukte op, want die mensen lopen hun ronde niet voor niets, daar moest wat te zien zijn! Af en toe struikelde ik bijna over een boeddhistische monnik, maar mijn oog viel voornamellijk op een oneindig aantal torentjes, tempeltjes, binnenplaatsjes en zelfs een binnentuin. Ik ging niet verder dan het 2de tempelterras en zag er rijen mensen wachten (met knieën en schouders bedekt uit respect) om level nummer 3, de laatste toren, te bereiken. Wat daar ook te zien zou kunnen zijn, in die klimpartij over de smalle stenen trap had ik geen zin meer. Een fotootje van dat torentje was wel voldoende, vond ik. Langzamerhand werd het tijd om Ton op te zoeken, want ik had mijn werk gedaan. Opvallend tijdens mijn tempelronde was dat ik niemand van onze reisgroep was tegengekomen. Voorzichtig stapte ik via de smalle hoofdtrap naar beneden. Hier kwam de Cambodjaanse gids op mij af. Of alles wel goed met mij ging vroeg hij bezorgd en drukte me een verfrissingsdoekje in de hand. Hij wees mij een snelle exit naar de rode stoeltjes aan, zodat ik gauw bij Ton zou zijn.
 
En ja hoor, mijn echtgenoot voerde alweer het hoogste woord, naast een andere Balmoral medereizigster met stok: de Italiaanse weduwe Marisa – die in haar eentje op troostreis was. Ik zat nauwelijks op mijn rode stoeltje of er stormden wat kindertjes op mij af met allerhande koopwaar, zoals sjaals, shirts en ansichtkaarten. Maar blijkbaar was mijn weigering wat aarzelend en dat hield hun hoop op een aankoop levend. Een knulletje van een jaar of acht bleef mij maar ansichten met amateurfoto’s van Angkor Wat voor een paar dollar aanbieden. Afijn, toen de complete groep met vuurrode koontjes zich bij de stoeltjes meldde mochten we als beloning in een open elektrowagentje plaatsnemen vanwaar we voor de verandering niet werden geconfronteerd met de ellenlange levenloze Naga, maar door een monter ploegje aapjes die in de bomen langs het tempelmeer hun bivak hielden. Een voorthuppelend baby-aapje ontlokte veel “ah’s” en “oh’s” en natuurlijk stonden alle camera’s in de aanslag.
Het markbezoek kon ons allemaal gestolen worden; we waren bekaf. We hadden maar even tijd voor een douche en frisse kleertjes en dan op naar het “poolside dinner”, verlevendigd met traditionele Apsara dansen, die vroeger alleen voor de koning werden opgevoerd.

Dansgezelschappen hebben nog steeds toestemming van de koning (de kleurloze zoon van de vorig jaar overleden koning Norodom Sihanouk) nodig om de dansen te mogen uitvoeren. En in de sprookjesachtig verlichte hoteltuin stond weer een fantastisch buffet klaar, terwijl aan de overkant van het verlichte zwembad de dansers gereed stonden om deze gedenkwaardige dag samen met ons af te sluiten. Bedankt Sokha en Siem Reap voor al het wonderschoons, dat je ons de 18de maart cadeau hebt gedaan. We zullen je nooit vergeten!

Dinsdag, 19 maart
Phnom Penh, hoofdstad van Cambodja

Tegen tienen werden we naar Siem Reap airport gebracht voor een korte vlucht naar Cambodja’s hoofdstad Phnom Penh. Zowel het koninklijk paleis als de Killing Fields stonden vandaag op het programma – werelden van verschil. We logeerden in het Raffles Hotel dat is gevestigd in een klassiek koloniaal gebouw. In de geschiedenisboekjes van Cambodja staat Raffles vermeld als gedwongen verzamelpunt van buitenlanders – zeg maar gevangenis – tijdens de periode Rode Kmer. De eigen landgenoten waren slechter af, daarmee werden we later die dag jammerlijk geconfronteerd.

 
Het koninklijk paleis is verdeeld over een aantal feërieke gebouwen, volgens het design van zijn grote broer in Bangkok. Op straat werden we meteen omringd door een groepje bedelende rolstoelers die vooral hun benen misten, vermoedelijk te danken aan Rode Kmer-landmijnen. Binnen de paleismuren zagen wij niets dan ongeschonden versierselen en schatten. Ongelooflijk dat die rottige Kmer de enorme gouden Boeddha (21 karaats met drie enorme diamanten) niet eens hebben omgesmolten voor meer oorlogsmaterieel. Ook de zilveren tegels in de zilveren pagode lachten ons vriendelijk toe, net als de kristallen Boeddha. Pronkstuk is verder de halfopen troonzaal die alleen wordt gebruikt voor de kroning van een nieuwe koning. Diens inhuldiging vindt plaats op een redelijk eenvoudige troon, waarna de nieuwbakken vorst zich boven zijn onderdanen verheft via een vorstelijk hoge met veel goudbrokaat bedekte troon.

 
Tijd nu voor de open wond van Cambodja: de Killing Fields. Wij bezochten gevangenkamp Choeng Ek, 16 km ten zuiden van de hoofdstad. Massagraven met meer dan 8000 lichamen werden hier gevonden na de val van het Kmer-regime. Sommige gevangenen waren onthoofd en kindertjes bleken te zijn doodgeslagen tegen een speciale boom op het terrein. Ter eeuwige nagedachtenis is er op het terrein een Boeddhistische glazen stupa opgetrokken die is gevuld met een stapel van 5000 opgegraven menselijke schedels, waarvan de meeste getuigden van vreselijke folteringen voordat ze in de zelf gegraven kuilen verdwenen. 


Een plek om heel stil te zijn en je af te vragen hoe mensen elkaar zoiets kunnen aandoen. Menselijke gelijkheid is een mooi principe, maar zo’n ideaal mag nooit gepaard gaan met moord en doodslag! In het museumpje veel foto’s die de Kmer van elkaar maakten, lachend gehuld in een zwart jak, zwarte broek, rode sjaal en stevige bruine sandalen. We lazen het reglement voor hun gevangenen; zij dienden
blindelings te gehoorzamen aan de Kmer cipier en mochten geen kik geven tijdens zweepslagen of elektrische schokken. Anders volgden er meer...
Bah, rare Kmer! Jammer en onbegrijpelijk dat vele Kmer beulen de dans zijn onstsprongen, als het gaat om hun berechting. Alleen de leiders werden vervolgd – alsof de Cambodjanen alle ellende het liefst willen vergeten en verder willen met het leven, zo goed en zo kwaad als dat gaat na zo vele verliezen en omringd door voormalige folteraars.

Die avond gingen we vroeg in de veren, want de 20ste vertrokken we om 07.30 uur vanuit Phnom Penh naar Bangkok airport, Thailand. Vandaar zou een bus ons groepje weer naar de boot brengen, die zonder ons van Saigon naar de havenplaats Laem Chabang (in de buurt van Pattaya) was gevaren.

1 opmerking:

  1. Mooi geschreven Wijda, kan de Kmer bijna voelen hier.Moet wel indrukwekkend zijn geweest die verhalen en monumenten.

    Ik ben benieuwd hoe de reis verder gaat en lees trouw jullie blog bij.

    BeantwoordenVerwijderen