zaterdag 13 april 2013

Dubai en Sharjah

Donderdag, 4 april
Doebai (United Arab Emirates)

Allemaal stonden we op de scheepsdekken van de Balmoral toen de wolkenkrabbers van het emiraat Doebai uit de woestijnnevel opdoemden, nieuwsgierig als we waren om kennis te maken met dit moderne Arabische sprookje van duizend en één nacht!
Ton en ik boekten de excursie “Wonders of Dubai”, die een mix van oud en nieuw in de stadsstaat van Emir Sheikh Mohammed bin Rashid Al Maktoum beloofde. De tocht voerde ons eerst naar het ingenieuze project Palm Eiland, waarvan de bladeren en de top van de opgespoten palmvorm zijn bebouwd met appartementengebouwen en villa’s. 



In de palmkroon is het vakantieresort Atlantis gerealiseerd alwaar waterliefhebbers zich kunnen uitleven in het aquapark en zelfs met dolfijnen kunnen zwemmen! Op nu naar het Jumeirah stand voor een fotostop met het 7 sterren tellende hotel Burj Al Arab als achtergrond. Het hotel is gebouwd in de vorm van een scheepszeil op een opgespoten eilandje in zee.

Spectaculair was ook het strandleven dat zich om ons heen afspeelde. Hoezo lange jurken of decente badpakken? Tot onze verbazing zagen we mini-bikini’s in wilde kleuren op de lijven van zowel oosters als westers getinte dames, op een gemengd publiekelijk strand. Jonge arabieren - die leken te zijn geronseld voor een nieuwe versie van de film “Lawrence of Arabia” - pronkten op de boulevard met gebronste torso’s in strakke shorts naast hun diepglanzende terreinwagens, blijkbaar om indruk te maken op de vrouwelijke jetset die in verleidelijk korte strandjurkjes gehuld langszij paradeerde.
Dit kon toch niet waar zijn! We waren op de boot al minstens 20 keer gewaarschuwd om onze ledematen zo veel mogelijk af te dekken! Of hadden we hier soms te maken met de complete hoerenkast die de emir had laten invliegen om de gemoederen en hormonen van zijn jonge mannelijke onderdanen tot bedaren te brengen? 

Hoe dan ook heeft  de samenstelling van de bevolking iets onnatuurlijks: 80% van de inwoners is immigrant en zal nooit een Doebai-paspoort krijgen. Als hun arbeidscontract verloopt zijn zij niet langer welkom. We hebben het dan vnl. over zuidoost-Aziaten (Indiërs, Pakistani, Filippino’s) die het zware werk doen.
De echte onderdanen van de emir zijn spekkoper; zij profiteren volop van vooraanstaande functies en de vele gratis voorzieningen (van scholing t/m staatspensioen). De nietsdoenerij gekoppeld aan de grote hoeveelheden oliegeld veroorzaken echter onrust en onvrede bij de jonge garde. Zij zijn in een vreemde cultuurspagaat terecht gekomen. Alles moderniteit in Doebai zo ver het oog reikt behalve binnen de eigen gelederen, waarin een wit gewaad voor de mannen (dishdasjah) en een zwart omhulsel voor de dames (abaya) verplichte kost is met alle traditionele islamitische waarden van dien. De economische wereldrecessie veroorzaakte een tweede barst in deze arabische droom. Buitenlandse investeerders passen op hun tellen en hebben zich (deels) teruggetrokken uit de ambitieuze eilandprojecten Palm Island en World. Sterker nog,  we hebben tijdens ons 3-daags bezoek nauwelijks bouwactiviteiten gezien!
The Mall of the Emirates was onze volgende stop. In dit schitterende winkelparadijs hebben vele internationale winkelsketens (472 stuks) een plekje gevonden. Binnen dit 223.000 m2 winkelgeluk huizen bovendien 60 unieke outlets, een supercinema, een skicentrum, een 5 sterren Kempinsky Hotel en 70 restaurant voorzieningen. Zowel toeristen als geboren emirati zoefden via de roltrappen naar al het verleidelijks dat Doebai heeft te bieden. 

Zo onopvallend mogelijk probeerden we de oorspronkelijke bewoners in hun statige kledij in beeld te krijgen. In de mall waren dat vooral jonge stellen met kindjes die harmonisch en geëmancipeerd met elkaar omgingen. Vader duwde herhaaldelijk de kinderwagen, terwijl moeder en dochter het paradijs indoken. Ton lukte het zelfs om een plaatje te schieten van een vader die een zuigeling de fles geeft temidden van zijn vrienden. Hoezo een vrouwonvriendelijke maatschappij?

Tegen het einde van deze verwarrende middag stonden de Dubai Fountains op het programma, geflankeerd door de Dubai Shopping Mall en de Souk Al Bahar (markt voor zeelieden). De moderne shoppingmall lieten we links liggen; we staken de Dubai Lake over naar de oosterse Souk, een leuke oosterse markt vol kleuren en geuren!
Tegen zevenen kwamen we naar buiten om het verlichte waterspektakel te bekijken, dat de firma WET uit Californië heeft geïnstalleerd. WET is ook de schepper van de Ballagio fontein in Las Vegas! De Burj Khalifa Tower - het hoogste gebouw ter wereld met maar liefst 160 etages -  sloeg op de achtergrond de verrichtingen van de ronddansende, muzikale fontein minzaam gade. Geen ABBA, maar exotische Arabische klanken deden de waterstralen tot 150 meter hoogte stijgen.

Doebai wil op velerlei gebied de nummer één van de wereld zijn. Ton en ik wensen dit eens zo eenvoudige vissersdorp veel succes toe om traditie met ambitie te kunnen blijven rijmen!
De volgende dag zouden we het iets bescheidener buurstaatje Sharjah gaan bekijken...


Vrijdag 5 april
Sharjah (United Arab Emirates)

Sharjah, een vriendelijk buurstaatje van Doebai, heeft ook aardig wat nieuwbouw binnen zijn grenzen. Er is hier echter meer leefruimte en het emiraat heeft weinig behoefte aan torenhoge bouwwerken. In Sharjah is er meer aandacht voor betaalbare woningen en de culturele erfenis van de stadstaat. Wij bezochten hier het wildlife centrum, het natuurhistorisch museum, een toeristische souk en een klassieke shoppingmall.
Op weg naar Sharjah zagen wij hoe de immigranten van Doebai zijn gehuisvest: in betonnnen blokkendozen aan de rand van de stadstaat. Hier hebben zij hun eigen winkels en restaurantjes (“Peshawar” bijv.). Het is merkwaardig hoe de bouwsels in beide emiraten worden geplaatst: net of ze zijn neergegooid in het zand. Rond de woonflats is er meestal geen asfalt noch klinkers; de auto’s van de bewoners staan her en der in het zand geparkeerd. En dan realiseer je je bovendieb dat de echte woestijn niet ver weg is. Niet voor niets werden wij dagelijks geconfronteerd met een horizon van zandnevel. Het zand lag zelfs op onze balkons!
In het wildlife centrum maakten we kennis met alle mogelijke soorten woestijnslangen, van nietig tot vervaarlijk lang en dik. Brrr... je zal ze maar tegenkomen! Dan maar gauw door naar hagedissen en woestijnratten, gevolgd door sierlijke flamingo’s, brutale roodkont-apen (baboons) en een drietal trotse poema’s. De grootste verrassing was een op zijn rug slapende zandkat die je zo mee naar huis zou willen nemen! Het natuurhistorische museum leek ons bezeinswaardig voor de schoolgaande jeugd van Sharjah of voor een familie-uitje, maar voor ons had de Big-Bang en het onstaan van het leven op aarde weinig geheimen meer. Wel leuk om te zien hoe het Arabisch schiereiland zich ooit heeft losgemaakt van de zuidpool om de huidige kaart van het Midden-Oosten compleet te maken. Het skelet van een dinosaurus wees uit dat de zandwoestenij eens een groener en natter leefgebied moet zijn geweest!

Onderhand waren we benieuwd naar het levendige centrum van Sharjah! Net als in Doebai bestaat er geen originele souk meer. In Sharjah is geprobeerd een stukje van het originele centrum te herbouwen met een souk, een museumpje en een activiteitenplein binnen een stadsmuur. In de souk kocht Ton zijn eerste dolk. Ik zwierf zelfstandig wat in de rondte, voornamelijk omdat ik de rest van de groep kwijt was. 
Zo zag ik op een plein een dansvoorstelling van kinderen en op weg naar de bus stuitte ik op een groep knappe mannen in witte gewaden die zich gereed maakten voor een bijzondere krijgsdans. Ik had de camera in de aanslag en plots stond Ton ook naast mij om het tafereel met zijn super-de-luxe camera vast te leggen! Geweldig om dat nog mee te maken.

Een klassieke shoppingmall was de laatste stop in Sharjah. Gouden sieraden, oosterse tapijten en exotische sjaals - en zelfs beelden van Kuifje - lachten ons tegemoet. Buiten in het gras onder de palmbomen zaten families ontspannen te picknicken bij ondergaande zon, met uitzicht op de baai. Wat kan het leven in het emiraat Sharjah toch mooi zijn!
Zaterdag de 6de april zwaaiden we de emiraten  vaarwel en maakten we ons gereed voor de zoveelste veiligheidsoefening, door de oranje zwemvesten over de borst te snoeren. Meteen daarna oefenden we de “Safe Haven” procedure met de nieuwe gasten. Kapitein Victor Stoica en zijn officieren inspecteerden hoogstpersoonlijk of alles volgens de regels verliep, want we koersten langzaamaan richting de schurkenstaten Jemen en Somalië...

Een tweedaags bezoek aan Oman waar we zowel de hoofdstad Muscat als de zuidelijke plaats Salalah zouden aandoen scheidde ons nog van de piratenzone en -activiteiten.












Geen opmerkingen:

Een reactie posten