Maandag, 4 maart
Hamilton Island, Great Barrier Reef
Van Hamilton Island hebben we alleen de groene contouren
gezien. Een dag later dan gepland, dat wel. Als reden werd gegeven (door onze
Finse kapitein Bamberg) dat er brandstof moest worden getankt in de haven van
Gladstone. Waarom dat in Sydney niet is gelukt blijft ons een raadsel. Naar
buiten konden we ook niet, want behalve met storm kampten we bovendien met
onophoudelijke regenbuien. Afijn, in Hamilton was het zowaar zonnig en we
verheugden ons op een beeldschone dag tijdens onze excursie naar de
onderwaterwereld van het Great Barrier Reef.
Daar ging een tocht per katamaran aan vooraf. In 2,5 uur
tijd werden we naar de uiterste rand, het Outer Reef, gevaren. Hier eindigt dit
8ste wereldwonder in de Pacific Ocean en je kunt er de mooiste
koraalbanken bewonderen. Een reuzenponton diende voor diverse activiteiten,
zoals duiken, snorkelen en een lancering per waterglijbaan. Ook zijn tochtjes mogelijk
per glasbodemboot en per Nautilus, een semi-submarine voorzien van onderzeese glaswanden
waarmee je langs het koraalrif scheert.
Wij waren helemaal lyrisch van onze trip per Nautilus, één
grote kijkdoos waarin je mooie foto’s kunt maken van de poliepenstructuur en de
rondzwevende visjes. Het ponton had ook een glazen onderwaterkamer waar je
tussen het koraal heel wat vissoorten zag ronddartelen.
Dat het grootste koraalrif ter wereld bedreigd wordt door
opwarming is maar voor een deeltje waar (10 procent). De echte boosdoeners zijn
stormen (48 procent) en koraaletende zeesterren (42 procent). Het weer heeft de
mens niet in de hand, dus is de strijd tegen de lieflijk ogende zeester de
enige optie voor enig herstel van het rif. Een meerjarenplan!
Op de terugweg nestelden we ons op het bovendek van de reuzenkatamaran,
maar niet voor lang! We voeren een inktzwarte lucht tegemoet en de bemanning
wist al hoe laat het was! “Allemaal naar beneden”, klonk het strenge bevel. En
daar gingen we. Een groot deel van de 240 Balmoral passagiers was al binnen;
het was afgeladen vol daar. We pakten snel de laatste stoelen op het half-open
tussendek met als gevolg dat we de volle laag kregen van wind en vooral water –
een onophoudelijke regenstorm bleef ons 2,5 uur bestoken.
Ik had medelijden met degenen die aan de rand van het dek
zaten; deze mensen leken steeds meer op verzopen katten die hun lot lijdzaam
ondergingen. Regencapejes en badhandoeken legden het af tegen de straffe wind
en het rondstriemde hemelwater. Eindelijk, daar was de redding in de vorm van
de Balmoral! Maar wat duurde die uittocht lang via de loopbrug, het trappetje omhoog
en langs de security-check! Zo werd ik alsnog doornat in mijn zomerse kleertjes,
terwijl het Balmoral personeel toekeek in volledig regenpak! In de cabine namen
we snel een warme douche, om niet ziek te worden en dat werkte! Lachend kwamen
we ’s avonds de eetzaal binnen, een waterig maar onvergetelijk avontuur rijker.
Via de Koraalzee
stomen we nu op naar het “sticky warm” Darwin.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten