Donderdag, 21 maart
Pattaya, Thailand
Op de kade werd ons ploegje van 21 enthousiast onthaald door de leden van het showteam
– die ditmaal in strak tenue de nieuwe passagiers van de Balmoral welkom moesten
heten. Wij mochten meteen door, want we zijn immers al lang en breed thuis op
het schip. “Home sweet home”, zo voelde het inderdaad toen we onze suite met
persoonlijke spulletjes bereikten. Ook de 21ste verbleven we de hele
dag in de haven van Laem Chabang. Veel medereizigers gingen (opnieuw) richting Bangkok.
Zij vonden een busrit van 2 x 2,5 uur de moeite waard voor paleis- en
tempelbezoek of een mooie rondvaart door
de klongs (kanalen en verwante wateren). Marius en Joke beklaagden zich nadien
over het feit dat ze zich moesten haasten tijdens het paleisbezoek om voorts
naar een enorme juwelenzaak te worden gereden – waar bijna niemand iets kocht!
Afijn, wij waren blij het snikhete Bangkok te hebben gemeden. We hebben de stad
in 1996 uitgebreid bezocht en waren inderdaad ook naar een enorme juwelenzaak
gebracht. Ik kocht er een peperduur ringetje dat ik zelden of nooit heb
gedragen. Sindsdien ben ik allergisch voor die monsterzaken, waar je constant wordt
geschaduwd door gedienstige verkopers.
“Pattaya on your own” leek ons wel een relaxte excursie na
onze beproevingen in Cambodja. De bekende badplaats was zo’n 25 km van onze
aanlegplaats verwijderd. Ondanks het vroege morgenuur viel de warmte als een
klamme deken bovenop ons. Het was zelfs te broeierig voor een terrasje aan zee.
Eén voor één zagen we onze medepassagiers afhaken en op een bankje neerstrijken
onder de schaduwrijke palmen van de kilometerslange boulevard. Onszelf ging het
niet veel beter.
Ik paste wat jurken in een halfopen winkeltje tot het water
me over het lijf en in de ogen gutste. Even na elven vluchtten we een koel winkelcentrum binnen; voor Ton maar het
beste ook, want hij voelde zich nog steeds minnetjes. Een “Starbucks” Caffé
Latte deed wonderen zodat we de shoppingmall van A tot Z konden uitkammen. We
zagen dat de westerse
winkelketens goed waren vertegenwoordigd: van drogisterij Boots t/m kledingzaak
Zara.
Jammer genoeg vonden we weinig Thaise spulletjes. In de nok
van het gebouw kregen we wel een mooi uitzicht over de kustlijn van Pattaya
cadeau. De shoppingscore was tenslotte: een uitklapbaar zonnehoedje met
olifantjes, een donkerpaarse broek met dezelfde diersoort bedrukt en een paarse
stranddoek met dito jumbo-tjes.
De volgende (zee)dag kreeg ik veel last van een rauwe keel gepaard
gaande met de beruchte diepe en droge Balmoral-hoest; geen enkele passagier
ontkomt hieraan. De oorzaak: een combi van hitte, airco en tochtstromen op het
schip.
De tweede zeedag bleef
ik in mijn hut en maakte een start met de meegebrachte antibiotica (Merci
beaucoup, Sylvie), in de hoop de excursie van de 24-ste in Singapore mee te kunnen
maken! Wordt vervolgd....
Geen opmerkingen:
Een reactie posten