Zondag, 14 april
Petra, Jordanië
Het vroegere knooppunt van karavaanwegen vanuit Aden,
Damascus, Caïro en Bagdad was veranderd in een desolaat oord dat pas in 1812
werd herontdekt door de Zwitserse kenner van het Oosten Johann Ludwig Burckhardt
(tekeningen 1839 door David Roberts). Anno 2013 is de roze rotsstad Petra een
bedevaartsoord voor duizenden toeristen, die dagelijks via de rotskloof (Siq)
zo snel mogelijk een glimp willen opvangen van de adembenemende graftempel
Khazneh, oftewel de Schatkamer. Volgens een legende zouden piraten hun schat
hebben verstopt in een urn op de bovenste etage van de tempel. De reden waarom
schatzoekers al menigmaal vergeefs kogels hebben afgevuurd op de solide grafcontainer.
Maar Petra heeft meer te bieden zoals een arena met 8000 zitplaatsen, een
hooggelegen klooster en koninklijke graftombes. De woonhuizen zijn door de
aardschokken geheel verkruimeld. Hier woonden rond de jaartelling zo’n 25.000
mensen die kruiden uit Indië, ivoor uit Afrika, parels uit de Rode Zee en wierook
uit Oman voorbij zagen komen op weg naar het Middellandse zeegebied, En vanuit
de Levant kwam het goudsmeedwerk uit Aleppo via Petra terecht op de markten van
Jemen en Oman.
De ingenieuze watervoorzieningen via een kunstmatige oase en
watergoten in zandsteen, in combinatie met de beschutte liging tussen de rotsen
maakte Petra tot een favoriet tussenstation voor karavanen. De tussenhandel en
invoerrechten leverden de Nabateeërs hoge winsten op. Toch kon de verborgen ligging
niet voorkomen dat het Nabateense koninkrijk eerst door de Romeinen en later
door Perzen en Byzantijnen werd ingelijfd. Natuurgeweld deed de rest.
Om de overblijfselen van de vroegere Nabateense hoofdstad te
bekijken kom je ogen en andere zintuigen tekort. Voordat we de toegangskloof
(Siq) bereikten, werden we al verrast met bouwsels die in de rotsen waren
uitgehouwen en die de tand des tijds hebben overleefd.
Groep na groep betraden we de smalle opening naar de koele kloof met
wanden van 90-180 meter hoogte, de wonderlijke toegang tot Petra - stad van
roze zandsteen. Hoewel de kloof 1,5 km lang is leek onze wandeling eindeloos te
duren, omdat er onderweg van alles te bewonderen viel op het gebied van
architectonische verrassingen in de rotswanden, zoals tempeltjes, sculpturen
van o.a. kamelen en watergoten als onderdeel van het aquaduct.
Het was wel oppassen geblazen. Waar eens de kamelen bepakt
en bezakt richting Petra liepen reden nu paardenkoetsjes met toeristen. Ton en
ik werden steeds ongeduldiger; we wilden onmiddellijk de schatkamer van Petra
zien! Samen snelden we vooruit door de kloof en jawel, daar dook via een smalle
rotsspleet de befaamde roze graftempel voor onze ogen op. Een magisch moment dat
je niet meer vergeet!
We zwierven nog wat verder rond door de oude Nabateense stad, waar we
nog meer tempelmonumenten, graftombes en de arena bezochten. Terwijl we nog wat
dromerige dromedarissen fotografeerden kwamen we tot de conclusie dat de kloof (Siq)
en de roze tempel (Khazneh) de voorlopige hoogtepunten zijn van ons bezoek aan Petra.
Maar deze veelzijdige stad verdient absoluut een uitgebreider bezoek van
minstens enkele dagen!
“Bedankt dappere Nabateeërs voor dit monnikenwerk dat jullie
ons hebben nagelaten!” Want Petra is een onbetaalbaar cadeautje van
dit oorspronkelijke bedoeïenenvolk dat met hun tentenkamp neerstreek op de
hoogvlakte tussen de rotspartijen en met al hun vaardigheden een oogverblindend
wereldwonder hebben gecreëerd waarvoor mensen nu nog warm lopen.
Zo makkelijk als de heenweg verliep zo moeilijk zou de terugweg voor mij
worden, vanwege steeds maar oplopend terrein en een ziedend zonnetje.
Halverwege de kloof kwamen Irene en ik ons
Filippijnse kappertje Don tegen, die deelnam aan een personeelsuitje van de
Balmoral. Een mooie gelegenheid om uit te blazen op een bankje en met elkaar op
de foto te gaan. Ton wachtte al een poosje ongeduldig en ongerust aan het einde
van de kloof. Daarbuiten in de genadeloze zon raakte ik de laatste 500 meter
helemaal buiten adem. Ton trok mij mee over de sterk hellende weg. Ook mijn
scheepsvriendin Joke die diabeet is, kreeg vanwege de zeer late lunchtijd
problemen. Eindelijk daar was het toegangshek en de eerste winkeltjes.
We kochten het eerste het beste souvenir: een tas met een
afbeelding van de Khazneh. Op naar de bus, we konden ‘m nog net halen! Ton
duwde mij voort, want ik had geen greintje adem meer in mijn longen. Gelukkig,
nog net op tijd binnen! Tijdens de lunch op het mooiste tuinterras van
Jordanië, en met het beste uit de Jordaanse keuken op onze borden vergat ik al
het loopleed en voelden wij ons de meest verwende mensen ter wereld!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten